Laatst las ik een blog van een tekstschrijver waarin stond, dat tekstschrijven vertalen is. Nou ben ik naast tekstschrijver ook vertaler, en ik keek er vreemd van op. Hetzelfde? Lijkt me niet. Maar wat zijn dan de verschillen?

Het blijkt dat er grote overeenkomsten, maar ook verschillen en zelfs overlap zijn tussen de twee ambachten.
Een vertaler moet in de eerste plaats zorgen dat de betekenis van de brontekst overgebracht wordt in de doeltaal. Daarnaast moet de vertaling goed leesbaar zijn en natuurlijk overkomen, alsof hij oorspronkelijk in de doeltaal was geschreven. Dat laatste is ook essentieel voor een tekstschrijver, met het verschil dat die niets hoeft om te bouwen omdat hij of zij zelf de schepper is. Tekstschrijvers maken wel veel gebruik van bronnen; die moeten natuurlijk worden omgevormd naar de tekst waarin ze worden gebruikt. Zelfs een rechtstreeks citaat moet duidelijk en begrijpelijk worden ingeleid.
Tekstschrijvers werken met een meer of minder uitgewerkte opdracht in plaats van een brontekst. Zou het proces van opdracht naar resultaat ook een vertaling zijn? Een opdrachtgever wil een boodschap overbrengen, en die boodschap mag de tekstschrijver niet veranderen, tenzij hij meewerkt aan het maken van die boodschap. Maar de boodschap moet wel worden gebracht en dat kan op veel verschillende manieren. Tekstschrijvers zijn daarom veel vrijer dan vertalers, omdat hun beginpunt niet een vaststaande, concrete tekst is. Was dat wel zo, dan was er geen tekstschrijver meer nodig.
Soms ligt er al een tekst voor de tekstschrijver, die moet dan gaan redigeren. Dat lijkt op het reviseren van een vertaling: een ongeschikt product aanpassen aan de geldende eisen over wat er hoe aan wie moet worden overgebracht.
Moet een vertaling zich ook aanpassen aan het lezerspubliek? Bij tekstschrijven is dat een ijzeren wet. Een vertaling van een artikel dat in de brontaal op juristen was gericht, is dat meestal ook in de doeltaal. De vertaalde tekst moet dan in hetzelfde taalregister zijn geschreven als de brontekst: bepaalde woorden of uitdrukkingen kunnen in een andere taal meer of minder juridisch klinken en dan moet de vertaler een alternatief vinden. Het soort taal blijft hetzelfde. Maar soms krijgt een vertaler de opdracht om een tekst niet alleen te vertalen, maar ook aan te passen aan een ander lezerspubliek. Of verplicht een bepaald stijlboek toe te passen. Dan komen er veel meer tekstschrijversvaardigheden bij kijken. In feite wordt het resultaat dan een combinatie tussen vertalen en tekstschrijven.
Zo zien we dat tekstschrijvers en vertalers verschillend startpunten hebben, verschillende doelen en een verschillende mate van vrijheid. We zien ook dat vertalen en tekstschrijven soms door elkaar gaan lopen. Dus tekstschrijven is geen vertalen. Maar vooruit, het is wel een vertaalslag.